In de P&C-documenten moet een gemeente verplicht ingaan op de financiële kengetallen. Deze kengetallen geven een beeld van de financiële situatie waarin een gemeente zich bevindt. Het betreft de volgende kengetallen: netto schuldquote, solvabiliteitsratio, grondexploitatie, structurele exploitatie ruimte en de gemeentelijke belastingcapaciteit.
Netto schuldquote
De netto schuldquote is de netto schuld als aandeel van de inkomsten. Het geeft aan of een gemeente investeringsruimte heeft. Het zegt daarnaast iets over de flexibiliteit van de begroting: veel schulden en kapitaallasten leiden tot een inflexibele begroting. Een netto schuldquote tussen de 90% en 130% wordt gezien als voldoende. Een lagere netto schuldquote dan 90% wordt gezien als goed.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen op langere termijn te voldoen. Het geeft de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen weer. Een percentage van 20% tot 50% wordt als voldoende gezien.
Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft een indicatie van de verhouding van de in exploitatie genomen gronden ten opzichte van de totale baten. Het geeft een indicatie of een gemeente veel geld in grond heeft geïnvesteerd, geld dat in de toekomst moet worden terugverdiend. Een kengetal grondexploitatie lager dan 20% wordt gezien als goed.
Structurele exploitatie ruimte
De structurele exploitatieruimte geeft weer hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de jaarrekening. Een kengetal groter dan 0 duidt op structurele ruimte.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit maakt inzichtelijk welke mogelijkheden de gemeente heeft voor het genereren van hogere baten. Dit kengetal geeft weer hoe de belastingdruk zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. De woonlasten van een gezin bij gemiddelde WOZ-waarde worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde. Is het kengetal lager dan 100%, dan zijn de woonlasten lager dan gemiddeld in Nederland. Het verschil tussen het kengetal en 100% geeft de ruimte aan om de belastingen te verhogen tot het gemiddelde.
In onderstaande tabel is dit schematisch weergegeven:

Bij de Jaarrekening 2024 horen de volgende financiële kengetallen:

Beschouwing financiële kengetallen
Eén kengetal in één enkel jaar geeft niet veel informatie. Het is belangrijk de kengetallen in samenhang te zien. Bovendien is naast de stand ook het verloop van de kengetallen relevant. Op één na vallen alle kengetallen bij de Jaarrekening 2024 in categorie A. Dat betekent dat er sprake is van een laag risico.
Netto schuldquote
De waarde van de netto schuldquote valt in categorie A. De waarde is drie procent hoger dan bij de JR2023, maar ook fors lager dan begroot. Het verschil met de begroting ontstaat, omdat er geen leningen zijn aangetrokken.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio valt in categorie B. Er is bij de solvabiliteit sprake van een dalende tendens en de voorziene stijging bij de B2024 is niet gerealiseerd. Dit verdient daarom enige nadere aandacht.
Voor de solvabiliteit deel je het eigen vermogen door het totale vermogen. Beide zijn gestegen ten opzichte van de JR2023, maar het totale vermogen aanzienlijk meer. Dit wordt voor een deel veroorzaakt door de subsidie van het Rijk voor de Noord-zuid verbinding. Door deze subsidie neemt het vermogen toe met ongeveer € 20 miljoen (kasgeld - activa, vooruitontvangen - passiva). Wanneer we de subsidie inzetten neemt het solvabiliteitspercentage tot ongeveer 50%.
Grondexploitatie
Het kengetal valt in categorie A. De grondexploitaties vormen een zeer beperkt geheel ten opzichte van de totale exploitatie.
Structurele exploitatieruimte
Het positieve jaarrekeningresultaat vertaald zich eveneens in een hoger dan verwachte waarde voor het kengetal structurele exploitatie ruimte.
Belastingcapaciteit
Hoewel er bovenop de reguliere indexatie een aanvullende opbrengst van 6,0% is verwerkt in het OZB tarief 2024 blijft Sliedrecht gelijk oplopen met de rest van Nederland qua doorgevoerde stijging. De beschikbare belastingcapaciteit blijft daardoor stabiel.