Hondenbelasting
De Gemeentewet regelt dat gemeenten een belasting mogen heffen op het houden van honden. De hondenbelasting is een zuivere belasting die, net als de onroerende-zaak-belastingen, naar de algemene middelen van de gemeente vloeit.
Voor 2026 zullen de tarieven verhoogd worden met 2,6% zoals vastgesteld in de Kadernota 2026.
Reinigingsrechten
Voor het ophalen van afval bij niet-woningen (winkels, bedrijven, buurtcentra, etc.) kunnen gemeenten een reinigingsrecht heffen. Wettelijk uitgangspunt is dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten ter zake. Gemeenten hebben niet de verplichting om afval bij bedrijven in te zamelen. Dit in tegenstelling tot het inzamelen van huishoudelijk afval bij woningen. Bedrijven dienen zelf zorg te dragen voor het afvoeren van het afval en kunnen hiervoor een contract aangaan met een erkende afvalinzamelaar.
Voor 2026 zullen de tarieven niet verhoogd worden met de in de kadernota vastgestelde 2,6% zoals vastgesteld in de Kadernota 2026. De kostendekkendheid geeft voor 2026 geen ruimte voor een stijging van het tarief.
Reclamebelasting
Op grond van artikel 227 van de Gemeentewet kunnen gemeenten ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg reclamebelasting heffen.
De reclamebelasting is een algemene belasting. De reclamebelasting kan mede worden gezien als een profijtbelasting, wanneer zij geheven wordt naar de mate waarin particulieren en bedrijven profiteren van overheidsvoorzieningen die het doen van openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg, mogelijk maken.
Zo is bijvoorbeeld vanuit de profijtgedachte een hoger tarief denkbaar in het (winkel)centrum van een gemeente, waar immers het meeste effect wordt verwacht van de openbare aankondigingen (reclame-uitingen). Ook kan regulering worden nagestreefd met deze heffing door deze bijvoorbeeld te beperken tot - of een hoger tarief te hanteren in - bepaalde wijken, teneinde wildgroei van openbare aankondigingen tegen te gaan.
Verder kan de reclamebelasting zich kan beperken tot een deel van de gemeente, mits daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat.
Sliedrecht kent sinds 1 februari 2018 drie reclamebelastingen, namelijk Winkelgebied Burgemeester Winklerplein, Winkelgebied Kerkbuurt en Woonboulevard Sliedrecht.
Deze zijn gekoppeld aan daartoe opgerichte ondernemersfondsen.
Het doel is om met deze ondernemersfondsen het ondernemers- en verblijfsklimaat en daarmee de duurzame economische vitaliteit van deze winkelgebieden te versterken.
Havengeld
Voor het gebruik van de gemeentelijke haven of andere openbare werken en voor het gebruik van alle binnen onze gemeente gelegen openbare wateren heft de gemeente havengeld. Het uitgangspunt daarbij is dat dit maximaal kostendekkend gebeurt.
Voor 2026 zijn de tarieven verhoogd met 2,6% zoals vastgesteld in de Kadernota 2026.
Lijkbezorgingsrechten
Als gemeente heffen wij rechten voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van gemeentelijke diensten in verband met de begraafplaats. Uitgangspunt is dat dit ten hoogste kostendekkend gebeurt.
Voor 2026 zijn de tarieven verhoogd met 8,6% zoals vastgesteld in de Kadernota 2026. De tariefstijging is daarmee onvoldoende om de lijkbezorgingsrechten kostendekkend te laten zijn.
Leges
Leges worden geheven voor door de gemeente verleende diensten. Het uitgangspunt voor de berekening van de kostendekkendheid is toetsing op verordeningenniveau, waarbij de geraamde lasten van alle genoemde activiteiten worden gedekt door de gezamenlijke baten uit de te heffen belastingen.
Voor 2026 zijn de tarieven verhoogd met 2,6% zoals vastgesteld in de Kadernota 2026.
Marktgeld
Op grond van artikel 229 van de gemeentewet kunnen gemeenten marktgeld heffen. Uitgangspunt is dat dit ten hoogste kostendekkend gebeurt.
Voor 2026 zijn de tarieven verhoogd met 2,6% zoals vastgesteld in de Kadernota 2026.