Het doel van de jaarrekening is verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid en beheer. Het is het sluitstuk van de budgetcyclus. De jaarrekening geeft inzicht in de financiële positie van de gemeente en bepaalt achteraf de realiteitswaarde van de begroting. Zowel cijfermatig als inhoudelijk.
Bij de samenstelling van de jaarrekening nemen we de voorschriften uit de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) in acht. Er bestaat enige vrijheid waar de eigenheid van de gemeente in het geding kan komen.
Volgens artikel 200 van de Gemeentewet moet de gemeenteraad de jaarrekening vaststellen vóór 15 juli van het jaar dat op het dienstjaar volgt. We voldoen dan aan één van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor repressief (terughoudend) toezicht door de provincie.
De grondslag voor de algemene uitkering van het gemeentefonds is de decembercirculaire.
De GR Sociaal verantwoordt de eigen bijdrage van het Centraal Administratie Kantoor. Die wordt verrekend met de gemaakte kosten.
Grondslagen voor waardering en bepaling van het resultaat
Grondslag Rechtmatigheidsverantwoording
Terug naar navigatie - Grondslag RechtmatigheidsverantwoordingAlgemene grondslagen voor de Rechtmatigheidsverantwoording
De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid. Dat betekent dat:
• De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
• De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
o Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 7 februari 2023 door de raad is vastgesteld;
o Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over- en onderscheidingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld.
o Ten aanzien van het M&O criterium is de nota M&O beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.
• De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:
o Een verantwoordingsgrens van 3% (zijnde €2.778.000) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
o Een rapporteringstolerantie van € 50.000 is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen
Waarderingsgrondslagen voor staat van baten en lasten
Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslagen voor staat van baten en lastenWe rekenen baten en lasten toe aan het jaar waarop zij betrekking hebben. We nemen de baten en winsten alleen als ze op de balansdatum gerealiseerd zijn. Verliezen en risico’s met een oorsprong voor het einde van het begrotingsjaar, nemen we in acht als ze voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn.
Waarderingsgrondslagen voor de balans
Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslagen voor de balansImmateriële vaste activa
Onder de immateriële vaste activa nemen we op:
- kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio,
- kosten van onderzoek en ontwikkeling en
- bijdrage aan activa in eigendom van derden.
We waarderen de immateriële activa op verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen. Voor de kosten van onderzoek en ontwikkeling geldt een afschrijvingsduur van maximaal 5 jaar (artikel 34 b BBV). Voor de bijdrage aan de activa in eigendom schrijven we af over de levensduur.
Materiële vaste activa
Onder de materiële vaste activa nemen we investeringen op die betrekking hebben op:
- de gemeentelijke organisatie:
- gebouwen waarin gemeentelijke activiteiten zijn ondergebracht en
- machines, apparaten, installaties, inventaris, vervoermiddelen e.d.
- objecten die de gemeente exploiteert:
- gronden en terreinen, bedrijfsgebouwen en woonruimten etc en
- de infrastructuur van de gemeente: wegen, straten, bruggen, groenvoorziening, riolering, verkeersvoorzieningen e.d.
Activa met een meerjarig economisch nut nemen we op tegen de boekwaarde. De boekwaarde is de verkrijgings- of vervaardigingsprijs minus de al vervallen afschrijvingstermijnen. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs activeren we bruto volgens de uitgangspunten van het BBV. Onttrekkingen uit bestemmingsreserves maken geen deel uit van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Zij worden over de hele looptijd gecorrigeerd op de berekende afschrijvingslasten. Verkregen subsidies van derden brengen we wel gelijk in mindering op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
We waarderen activa met een meerjarig maatschappelijk nut tegen de boekwaarde. De boekwaarde is de bruto verkrijgings- of vervaardigingsprijs minus de al vervallen afschrijvingstermijnen. We activeren tegen de bruto verkrijgings- of vervaardigingsprijs. We hebben de erfpachtgronden opgenomen onder de materiële vaste activa met een economisch nut. De afschrijvingstermijnen stemmen we in principe af op de verwachte economische levensduur. De afschrijvingstermijn voor de hiervoor genoemde materiële vaste activa staan in de financiële verordening.
Met uitzondering van de gebouwen schrijven we alle investeringen met jaarlijks gelijke bedragen af (lineair). Gezien de waardeontwikkeling schrijven we gebouwen op annuïteitenbasis af. Dat is reëel als er nauwelijks sprake is van waardevermindering en er voor het uitvoeren van planmatig onderhoud bijtijds wordt gespaard.
Op activa die in de loop van het jaar zijn aangeschaft, schrijven we af met ingang van het eerstvolgende boekjaar na ingebruikname.
Vanaf 2011 houden we bij de bepaling van de afschrijving rekening met een restwaarde. Door die restwaarde dalen de af te schrijven bedragen en daarmee ook de jaarlijkse afschrijvingskosten. De restwaarde is bepaald op 25% van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
De boekwaarden van activa die commercieel worden gebruikt, bedragen niet meer dan de waarden in het economisch verkeer. Bij overstijging daarvan schrijven we extra af tot het niveau van de economische waarde.
We waarderen erfpachtgronden tegen de verkrijgingsprijs vermeerderd met de toegerekende algemene beheerskosten en verminderd met de gerealiseerde verkopen. De erfpachtgronden zijn opgenomen onder de materiële vaste activa met economisch nut. Voor verdere informatie verwijzen we naar de paragraaf grondbeleid.
Financiële activa
Onder financiële vaste activa vallen kapitaalverstrekkingen, verstrekte leningen en overige uitzettingen (verstrekkingen) met een looptijd langer dan een jaar. We waarderen tegen nominale waarde (verstrekte waarde, verminderd met aflossingen en andere ontvangsten). Bij een noodzakelijke afwaardering van financiële activa (als de marktwaarde duurzaam lager is dan de verkrijgingsprijs) nemen we het verschil in één keer als last.
Voorraden
We nemen onderhanden werken (bouwgrondexploitaties) op tegen de verkrijgingsprijs vermeerderd met de vervaardigingskosten en verminderd met de opbrengsten wegens gerealiseerde verkopen en ontvangen (rijks)subsidies. Sinds de vernieuwing van de BBV-regelgeving rond grondexploitaties, zijn gemeenten verplicht tussentijds winst te nemen via de 'Percentage of completion'- methode (POC). Het resultaat van grondexploitaties met een positieve eindwaarde nemen we gefaseerd volgens de geldende regelgeving. We houden het voorzichtigheidsbeginsel in acht door de winst pas te nemen als die ook gerealiseerd is. Geraamde verliezen voorzien we per plan tegen netto contante waarde.
Liquide middelen, vorderingen en overlopende activa
We drukken de desbetreffende balansposten volgens de nominale-waarde-methode uit in nettobedragen. De vorderingen en overlopende activa bepalen we volgens het stelsel van baten en lasten.
Eigen vermogen en voorzieningen
We nemen reserves en voorzieningen na verwerking van de financiële mutaties tegen boekwaarden op. Aan de betreffende reserves en voorzieningen voegen we geen rente toe. We nemen voorzieningen op tegen de nominale waarde en baseren ze op de informatie die bij het opstellen van de jaarrekening beschikbaar was. Uitzondering is de voorziening voor grondexploitaties. Die nemen we tegen contante waarde op.
Opgenomen langlopende geldleningen en waarborgsommen
We nemen langlopende leningen op voor de oorspronkelijke waarden, verminderd met de gedane aflossingen conform de overeengekomen aflossingsschema's. Voor zover mogelijk lossen we leningen met een hoge rente af door gebruik te maken van overliquiditeit of door nieuwe leningen met een lagere rente aan te trekken. Per saldo moet er wel sprake zijn van een voordeel. Boeterente als gevolg van vervroegde aflossingen verantwoorden we in één keer ten laste van de exploitatie.
Kortlopende schulden en overlopende passiva
Schulden en overlopende passiva nemen we op voor de nominale waarden. Voor zover er binnen de jaarlijkse exploitatie nog uitgaven of inkomsten te verwachten waren, namen we die in de betreffende balansbedragen op volgens het stelsel van lasten en baten.
Voorzieningen die gevoed zijn vanuit voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren namen we afzonderlijk op onder de overlopende passiva.
Risico's
We beschrijven de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van het jaarverslag.